Algemeen

Samenvatting

Net als bij het opstellen van de begroting 2024, heeft de VNG ook dit jaar een begrotingsadvies opgesteld, waarvan de laatste in juni 2024 is verschenen, na de presentatie van het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet. De forse terugval in financiële middelen voor gemeenten vanaf 2026 blijft bestaan in het hoofdlijnenakkoord, waardoor taken en middelen van gemeenten niet in balans zijn.

Om taken en middelen vanaf 2026 weer in balans te brengen, is er nog veel werk te verzetten. In het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet zijn stappen in het herstellen van deze balans nog niet zichtbaar. Zoals in het akkoord te lezen is, zal het nieuwe kabinet met de VNG in gesprek moeten treden voor verdere uitwerking van het akkoord. Tot die tijd blijft de financiële toekomst voor gemeenten ongewis.

De financiële situatie voor gemeenten is volgens de VNG daarmee het best te omschrijven als ‘prepare for the worst, hope for the best’. Zij adviseren om na te denken over maatregelen. Tegelijkertijd moet voorkomen worden dat gemeenten te vroeg onnodige en onomkeerbare ombuigingen in gang zetten.

De VNG adviseert onder andere om een reële meerjarenbegroting 2025-2028 op te stellen, rekening houdend met de wijze waarop de financiële toezichthouders omgaan met de incidentele korting van 2025. Bij veel gemeenten leidt dit tot een sluitende begroting 2025, maar tot tekorten vanaf 2026. Dit geldt ook voor Meierijstad en is overeenkomstig het uitgangspunt dat de Raad heeft gekozen tijdens de behandeling van de Kaderbrief 2025.

De uitgangspunten die u het college heeft meegegeven bij de behandeling van de kaderbrief 2025 heeft het college gebruikt voor het samenstellen van de programmabegroting 2025 en de meerjarenraming 2026-2028. De belangrijkste waren:

  • dat het acceptabel is dat de meerjarenraming 2026-2028 niet sluitend is;
  • dat voor het verlagen van specifieke lasten onderzoek nodig is om te komen tot een evenwichtige bestuurlijke keuze. Daarom passen we het verlagen van specifieke lasten nu niet toe bij de meerjarenraming 2026-2028.
  • dat het acceptabel is om minder voorzichtig te ramen / eigen reële inschattingen te maken, en deze daar waar ze aan de orde zijn toe te passen in de meerjarenraming. Dit geldt voor de begrotingsprogramma’s waar overschotten waren bij de jaarstukken 2023.

De consequentie van de gedefinieerde uitgangspunten is dat er maatregelen genomen moeten worden om tot een reëel sluitende begroting te komen vanaf 2026.

In de volgende tabel staat het financieel beeld vanaf de begrotingsbehandeling in november 2023. Voor het jaar 2025 presenteren we een sluitende begroting voor structurele baten en lasten, vanaf 2026 worden tekorten gepresenteerd. De financiële gevolgen van de ontwikkelingen presenteren we in enkele categorieën. Na de tabel volgt een toelichting per categorie.

(Bedragen x € 1.000)

2025

2026

2027

2028

Primitieve begroting

5.783

-5.133

-4.948

-4.948

Raadsbesluiten september 2023 tot en met juli 2024

75

-343

-336

-366

1e bestuursrapportage 2024

-375

-365

1.921

3.427

2e bestuursrapportage 2024

0

0

0

0

Bestaand beleid

-3.943

-3.961

-3.946

-4.225

Nieuw beleid

-166

-220

-220

-220

Gemeentefonds

208

3.956

1.487

112

Investeringen 2025

-2

-284

-284

-296

Kapitaallasten

-677

-442

-433

-314

Loon- & prijsindexatie

0

0

0

0

Overige technische aanpassingen

-533

-485

-427

-1.146

Wijzigingen < € 50.000

-87

-90

-91

-93

Totaal ontwikkelingen

-5.200

-1.526

-3.914

-6.182

Geraamd resultaat programmabegroting 2025

283

-7.367

-7.278

-7.522

Primitieve begroting
Op deze regel staan de geraamde resultaten van de vastgestelde begroting 2024 en de meerjarenraming 2025-2027 bij de begrotingsbehandeling in november 2023.

Raadsbesluiten september 2023 t/m juli 2024
Hier staan de financiële gevolgen van afzonderlijke raadsbesluiten in de periode september 2023 t/m juli 2024.

1e Bestuursrapportage 2024
Dit zijn de financiële gevolgen van de 1e bestuursrapportage 2024 op het geraamde resultaat.

2e Bestuursrapportage 2024
Er zijn geen structurele financiële gevolgen opgenomen in de 2e bestuursrapportage 2024.

Geraamd resultaat (startsituatie)
Na de verwerking van de raadsbesluiten t/m juli 2024 is dit de financiële startsituatie voor de begroting 2025 en de meerjarenraming 2026-2028.

Bestaand beleid
Op deze regel staan de financiële gevolgen van ontwikkelingen voor bestaand beleid. De bestuurlijke keuzevrijheid voor ontwikkelingen bestaand beleid is voor de korte termijn niet zo groot. Natuurlijk heeft u wel de bestuurlijke keuze om het bestaande beleid te wijzigen.
De financiële gevolgen op deze regel zijn vooral het gevolg van de verwerking van de uitgangspunten begroting 2025. Bij de programma's onder de kop "Wat kost het?" zijn de ontwikkelingen bestaand beleid toegelicht.

Nieuw beleid
Hier staan de financiële gevolgen van de integrale afweging van het college voor nieuwe ontwikkelingen. Voor de financiële gevolgen van deze ontwikkelingen was nog geen structurele dekking opgenomen in de meerjarenbegroting 2025-2027. Een toelichting op deze ontwikkelingen kunt u lezen bij de programma's onder de kop "Wat kost het?".

Gemeentefonds
Op deze regel staan de financiële gevolgen van de meicirculaire 2024. Een uitgebreide toelichting is te vinden bij programma's - financiële informatie programmaplan, onderdeel "Algemene dekkingsmiddelen".
De rijksinkomsten vertonen een grillig verloop. Tot en met 2025 zijn de middelen positief bijgesteld in de meicirculaire. Voor 2026 is een zeer forse terugval (het zogenaamde “ravijn”) te zien. Dit heeft te maken met een nieuwe financieringssystematiek van het kabinet.

Investeringen 2025
Het meerjaren investeringsplan 2025-2028 is geactualiseerd. U neemt een besluit bij de begrotingsbehandeling op 31 oktober 2024 voor de investeringen 2025. We lichten de investeringen 2025 toe bij de begrotingsprogramma's onder het kopje "Investeringen".

Kapitaallasten
Op deze regel staan de financiële gevolgen van aanpassingen in kapitaallasten voor bestaande investeringen. Het nadeel voor de begroting 2025 en volgende jaren komt vooral door hogere rente kosten op de kapitaalmarkt. Daarnaast wordt vanaf 2025 minder rentelasten toegerekend aan de grondexploitaties vanwege een wijziging in de voorschriften. En dat betekent meer rentelasten voor de gemeentebegroting.

Loon- en prijsindexatie
Jaarlijks nemen we vanuit het accres algemene uitkering een gedeelte op in de begroting voor loon- en prijsontwikkeling volgens de vastgestelde uitgangspunten. De categorie loon- en prijsontwikkeling is budgettair neutraal opgenomen in de begroting. Bij de programma's onder de kop "wat kost het?" zijn de financiële bijstellingen te zien. Alhoewel het Rijk ervan uitgaat dat gemeenten hun lasten voor onder andere subsidies en contracten met zorgaanbieders kunnen verlagen is dit in de praktijk niet mogelijk op basis van de contracten en (subsidie)verordeningen. Naast de negatieve bijstellingen bij de rijksinkomsten is voor indexering gemeentelijke budgetten de gemeentelijke stelpost prijzen niet meer voldoende. Om budgetten en subsidies te kunnen indexeren hebben we de stelpost prijzen moeten aanvullen vanuit de algemene middelen. Het gaat dan om structureel € 2,5 miljoen voor het indexeren van de budgetten voor de begroting 2025.
De belangrijkste zijn de bijstelling van de bijdragen aan de gemeenschappelijke regelingen zoals Veiligheidsregio Noord Oost Brabant (programma Veiligheid € 290.000), de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (programma Volksgezondheid en milieu € 197.000) en de Omgevingsdienst Brabant Noordoost (programma Volksgezondheid en milieu voor de kadernota en de begroting samen € 255.000), de budgetten jeugdzorg (programma sociaal domein € 807.000, budgetten energie (diverse programma's € 1.083.000) en onderhoudscontracten groen (programma verkeer, vervoer en openbaar gebied € 230.000).

Overige technische aanpassingen
De financieel technische aanpassingen zijn over het algemeen voor de hele begroting budgettair neutraal. Nu staat er onder deze categorie echter een meerjarig structureel bedrag. Dat wordt veroorzaakt door:

  • de financieel technische aanpassingen bij de kostendekking voor riolering en afval.
  • de effecten op de doorrekening van de personeelsbegroting zijn verwerkt. Onder andere de gestegen kosten van de werkelijke CAO-verhoging, hogere werkgeverslasten, functieherwaarderingen, vergoedingen raadsleden, salariskosten college van burgemeester en wethouders en de inconveniëntentoelage. Een deel van deze kosten wordt doorberekend aan grondexploitatie, afval, riolering.

Per saldo resteert er voor de exploitatie binnen de groep 'Overige technische aanpassingen' een nadelig effect van € 533.000 voor 2025 met name door de effecten personeelsbegroting.
Bij de programma's onder de kop "Wat kost het?" zijn de bedragen van de financieel technische aanpassingen te zien.

Wijzigingen kleiner dan € 50.000
Hier staan de structurele financiële gevolgen van wijzigingen die kleiner zijn dan € 50.000. Deze wijzigingen gaan over ontwikkelingen van bestaand beleid.

Totaal ontwikkelingen
Hier staat het totaalbedrag (baten min lasten) aan financiële gevolgen voor de begroting 2025 en de meerjarenraming 2026 t/m 2028.

Geraamd resultaat programmabegroting 2025
Op deze regel staat het geraamd resultaat na verwerking van alle ontwikkelingen die eerder genoemd zijn.

Voor de vorm van toezicht door de provincie is het structureel geraamd resultaat van belang. Hiervoor halen we de incidentele baten en lasten van het geraamde resultaat af. Door het weglaten van incidentele lasten gaat het structureel geraamd resultaat omhoog. Bij het weglaten van de incidentele baten gebeurt het tegenovergestelde.
In de volgende tabel staat het structureel geraamd inclusief en exclusief MIP 2026-2028. U neemt bij de begrotingsbehandeling een besluit over het structureel geraamd resultaat exclusief MIP 2026-2028. Een besluit over de investeringen uit het MIP 2026-2028 neemt u bij de volgende begrotingen.

(bedragen x € 1.000)

2025

2026

2027

2028

Geraamd resultaat

283

-7.367

-7.278

-7.522

Incidentele baten en lasten

-408

-358

-357

-356

MIP 2026-2028

0

0

-553

-1.431

Structureel resultaat incl. MIP 2026-2028

691

-7.010

-7.474

-8.598

MIP (meerjaren investeringsplan)
Op deze regel staan de afschrijvingslasten van de investeringen die gaan lopen vanaf 2026. Hierover neemt u bij de begrotingsbehandeling 2025 nog geen besluit.

Deze pagina is gebouwd op 09/19/2024 16:11:15 met de export van 09/19/2024 16:05:32